De lange, lange lijdensweg van een affiche (bis)
Precies een jaar geleden nam ik in deze kolommen de jaarlijkse verkiezing van de carnavalsaffiche als voorbeeld voor de inadequate en oubollige organisatorische omkadering van het Aalsterse carnaval. Dat het Feestcomité bij die gelegenheid en niet voor de eerste keer, een bijzonder warrige en informatief waardeloze affiche als beste inzending verkoos noemde ik toen een symbool voor de “intrinsieke incompetentie (van dit gezelschap) en het onvermogen om een leidende rol te spelen in de organisatie van onze “vastelauved” en alles wat daarmee verband houdt.” Vandaag zijn we een jaar verder en met het winnende ontwerp van dit jaar voor ogen, lijkt het Feestcomité haar uiterste best te hebben gedaan om die indruk enkel maar te bevestigen.
Waar het ontwerp van vorig jaar uitblonk in onleesbaarheid, een dodelijke eigenschap voor een affiche, is het konterfeitsel dat het dit jaar haalde de zoveelste opeenstapeling van clichés. Opnieuw van de partij zijn een wat uit het lood geslagen belforttoren en een vreemde versie van een lachend Aalsters wapenschild, dat deze keer het bed lijkt te hebben gedeeld met een gerestyled hart – of is het een ajuin? Het enige beeld dat dit jaar ontbrak om het clichématige plaatje volledig te maken, was een “voil jeannet” inclusief fel gekleurde boa. Maar als ik me niet vergis was die vorig jaar al aanwezig, als je goed keek tenminste, want de uitvoering was allesbehalve. Opvallend dit jaar is ook de steeds terugkerende nadruk die wordt gelegd op het onfortuinlijk medisch verleden van de winnaar. Het steeds weer verwijzen naar zijn fysiek ongemak waar hij laat ons hopen van verlost is, wekt de indruk dat de jury daar niet ongevoelig voor is gebleven en dat het als dusdanig een rol heeft gespeeld bij de uiteindelijke keuze voor zijn ontwerp. Niet erg slim natuurlijk, want het uiteindelijke resultaat van ’s mans ontwerp heeft niets met zijn medisch verleden te maken, maar zo valt het toch te verwachten dat zijn overwinning ten eeuwigen tijde zal vereenzelvigd worden met datzelfde medisch verleden.
Tijdens de bekendmaking van de laureaat dit jaar liet de voorzitter van het Feestcomité weten dat de jury er ook dit jaar aan gehouden had om de winnaar “uit het volk” te laten komen en dat om discussie te vermijden datzelfde “volk”, lees het Feestcomité ook nog eens de winnaar had gekozen. Wat hij daarmee bedoelde is niet geheel duidelijk want het lijkt vrij logisch dat tot nader order apen niet aan de wedstrijd kunnen deelnemen, voorlopig toch niet want in Aalst weet men nooit. Of verwijst hij met die opmerking dat een eventuele uitbesteding aan een professioneel en gespecialiseerd bureau of artiest voor een volksfeest als Carnaval niet aan de orde is? Nochtans is dat een mogelijkheid die meer en meer naar voren wordt geschoven, want wat bijvoorbeeld voor Cirk! en een massamanifestatie als De Gentse Feesten al jaren de gangbare manier van werken is en veel betere affiches oplevert, moet toch ook voor ons carnaval kunnen. Bij dezelfde gelegenheid beweert de voorzitter ook dat een keuze door een “team van experten” geen enkele garantie zou bieden om de jaarlijkse controverse rond de carnavalsaffiche te doen verdwijnen. Waarmee hij ten eerste meteen aangeeft dat het huidige Feestcomité helemaal geen experten zijn, waarvoor dank. Maar hij bewijst er ook mee dat hij niet beseft dat de keuze tussen een affiche gemaakt door een bekend kunstenaar of gespecialiseerd bureau of het halsstarrig vasthouden aan de huidige procedure niet draait om het vermijden van mogelijke controverse, maar wel om het genereren van bijkomende publiciteit door gebruik te maken van de naam en faam van de maker. Een affiche gemaakt door een bekend kunstenaar krijgt geheid meer media aandacht dan de eenmalige vermelding in de lokale pers waarmee de amateuristische affiche van vandaag het moet mee doen. Controverse op zich zal er altijd zijn want smaken verschillen nu éénmaal. En dat is maar goed ook want dat brengt leven in de brouwerij, het is tenslotte carnaval.
De met een populistisch sausje overgoten verwijzingen naar “het volk”, komen uit hetzelfde kommetje waar meer en meer politici gebruik van maken en slaan nergens op natuurlijk. Want datzelfde “volk” dat zogezegd de maker van de affiche moet leveren en die de uiteindelijke keuze moet maken, datzelfde “volk” keert jaar na jaar het carnaval gebeuren meer en meer de rug toe. Ze doen dat – en wie kan het hun kwalijk nemen – omdat ons stadsbestuur eenzijdig blijft inzetten op een carnaval dat zich afspeelt op door blèrende “pompiers” omzoomde pleinen. Waar voornamelijk, nee enkel en alleen jeugdige carnavalisten hun gading vinden, maar waar voor het “volk” dat zoekt naar het klassieke carnaval plezier, het “creatief zjieveren onder kammeroten mè denne foine spot die ‘z op een ander ni een emmen” niets te rapen valt. Deze week nog hoorde ik toevallig onze burgemeester verkondigen dat men dit jaar toch weer de mogelijkheid gevonden had om nog een pompier bij te plaatsen op de Grote Markt. En dat terwijl het ondertussen toch moet duidelijk zijn dat het veiligheidsprobleem waar zoveel over gesproken wordt, voornamelijk te wijten is aan het steeds verder concentreren van grote groepen feestvierders op één welbepaalde plaats. In een verkiezingsjaar mag men het risico niet nemen om niet op elke slak zout te leggen denk ik dan, maar daar zal mijn slecht karakter wel voor iets tussen zitten.
Het is nochtans niet zo dat men aan de Werf geen weet heeft van deze verzuchtingen, want al een kleine 10 jaar op rij wordt de jaarlijks herhaalde vraag om een afgesloten ruimte of plein te reserveren waar de klassieke carnavalist zijn gang kan gaan, simpelweg verticaal geklasseerd. Omdat alle mogelijke excuses om niets te doen na al die jaren waarschijnlijk zijn uitgeput, heeft men dit jaar eindelijk een ambtenaar officieel de opdracht gegeven de vraag te onderzoeken. Dat onderzoek zal blijkbaar wel een jaar in beslag nemen zodat er dit jaar niets moet verwacht worden, maar de klassieken onder ons hebben dus in elk geval iets om naar uit te kijken. Er lijkt dus hoe dan ook hier en daar wel wat te bewegen maar het moet gezegd dat het neerpoten van vip-tenten op De Grote Markt tijdens het criterium om de plaatselijke m’ as tu vu’ s ter wille te zijn, destijds minder onderzoek nodig had.
Of je de nieuwe affiche nu mooi vindt of niet, of sympathie voor de maker nu wel of niet heeft meegespeeld en of het Feestcomité of een ander comité van wijzen de uiteindelijke keuze maakt, doet niets af aan het feit dat affiches met belforten, stadsschilden, lachende ajuinen en dergelijke, huizenhoge clichématige afbeeldingen zijn die al honderden keren de carnavalsrevue hebben gepasseerd en dat nog elk jaar doen. In die zin staat de affiche van dit jaar symbool voor de bloedarmoede die al jaren onze stoet teistert en het zeer behoudsgezinde denken van de organisatoren die nog steeds al hun eieren in het zelfde mandje leggen. Ook bij de keuze van de onderwerpen en de uitbeelding ervan is ondanks de megalomanie die bij veel officiële groepen heerst, armoede troef. Steeds dezelfde lokale onderwerpen (jubileums, burgemeester, Schepen Uyttersprot, Keizer Kamiel, etc..), steeds dezelfde stereotiep uitgevoerde koppen gesneden door steeds dezelfde mensen en het zo goed als volledig verdwenen humoristisch aspect dat wordt vervangen door steeds grotere, hogere en vooral duurdere maar in wezen saaiere uitvoeringen maken dat onze stoet langzamerhand de allures van een bloemencorso begint te krijgen. Nog steeds droom ik soms ’s nachts van het vervaarlijke hoongelach dat opsteeg uit de rangen van de officiële groepen toen ik jaren geleden voorstelde om bij de jurering een groter aandeel van de punten aan humor en satire te besteden en de toenmalige categorie “pracht en praal” af te bouwen. Niet voor niets gooien meer en meer officiële groepen terecht hoge ogen in binnen- en buitenlandse bloemenstoeten waar humor weinig of geen rol van betekenis speelt, maar kleur, uitvoering en technische hoogstandjes wel van belang zijn. Daarmee rekening houdend is de keuze voor de uit clichés opgebouwde affiche van dit jaar representatief voor de huidige stand van zaken en is er misschien meer expertise en zin voor realiteit aanwezig bij de jury dan we op het eerste gezicht zouden denken. Toch mogen we ondanks de opeenvolgende betreurenswaardige artistieke keuzes van het Feestcomité het kind met het badwater niet weggooien. Zelfs in haar huidige gepolitiseerde vorm kan en mag het Feestcomité een rol spelen in de organisatie van ons carnaval. Alleen moet men er zich voor hoeden het te pas en te onpas in te zetten voor taken of keuzes waarvoor het helemaal niet geschikt is en die tot gevolg hebben dat zowel de leden van dat comité als haar werking, continu worden gecompromitteerd. We hebben er in die zin al meermaals voor gepleit om het Feestcomité een eerder uitvoerende rol toe te kennen en haar adviserende functie te laten invullen door een kleine stuurgroep waar alle belangrijke actoren die bij ons carnaval een specifieke rol spelen vertegenwoordigd zijn.
En och ja..’t zou Aalst carnaval niet zijn maar op het einde van de officiële bekendmaking werd ook nog terloops vermeld dat de jeugdige maker ervan, lid was van de carnavalsvereniging met de voor deze gelegenheid zeer toepasselijke naam “Twiekierenniet”…nomen est omen.
Discussions — No responses yet